Ik deed even een rondje beroepsdeformatie op mijn sportschool. Spanje, Turkije, Amerika, Noorwegen, Griekenland, etc. Als antwoord op mijn vraag ‘Hee jongens waar gaat de zomervakantie naar toe?’ (Is dat eigenlijk wel correct Nederlands…). Ik werk in de reisindustrie dus die opeenstapeling van louter buitenlandse bestemmingen klonk mij vertrouwd in de oren. Totdat ik de ‘slight decline dumbell press’ oefening uitvoerde.

En Nederland dan?
Wacht eens. Ik hoor niemand reppen over Nederland. Wint het buitenland het qua aantallen eigenlijk altijd van het binnenland als vakantiebestemming? Bij mijn weten de laatste decennia absoluut. Zo bedroeg het aantal buitenlandse vakanties afgelopen jaar 19,1 miljoen tegenover 17,6 miljoen vakanties in eigen land. Waarmee we Nederland natuurlijk niet als ‘verliezer’ moeten classificeren. Was het vroeger bepaald niet stoer om tegen je buren of collega naast het koffieapparaat te moeten opbiechten dat je een staycation had gedaan, die flauwekul is gelukkig vandaag de dag voorbij. Vakantie in eigen land is een volwassen industrie geworden.

Biertje
Laat onverlet dat een vakantie naar een buitenlands oord voor veel landgenoten nog steeds de voorkeur heeft boven eigen bodem. Zeker voor wat betreft onze zomervakantie. Het vakantiegevoel is blijkbaar intenser als we een vreemde taal horen, een onbekende omgeving zien, andere gebruiken en gewoonten ervaren, en gerechten proeven die onze smaakpapillen niet eerder gekieteld hebben. Best wel intrigerend dat een biertje drinken op een terrasje in eigen land op een zonnige dag minder als vakantie wordt ervaren dan datzelfde biertje op een zonnig terras ergens anders in Europa. Voer voor psychologen.

3-sterren Michelin
Zelf ontdek ik ook graag de buitenlanden. Veel stedentripjes, veel wandelvakanties, immer over onze landsgrenzen. Maar deze zomer wordt het lekker weg in eigen land. Noodgedwongen, dat dan wel weer. Mijn vriendin heeft haar middenvoetsbeentje gebroken dus wandelen zit er even niet in. We gaan wat rondtoeren met de auto, en hier en daar fietsen. Ieder nadeel heb zijn voordeel om de gevleugelde uitspraak van onze voetbalicoon maar eens aan te halen. Want Nederland is een machtig mooi vakantieland. ‘Noodgedwongen’ ben ik daar ook ooit achter gekomen. Ik heb in het verleden 7 jaar in Engeland gewerkt als PR medewerker van het Nederlands Bureau voor Toerisme. Niet alleen een fijne periode maar man, wat een geweldige kans om toeristisch Nederland te ontdekken. In die periode vrijwel iedere uithoek tussen Fiemel, Texel, Cadzand en Vaals tijdens persreizen, fam trips en MICE workshops mogen proeven en mijn verdict: 3-sterren Michelin.

Binnenland versus buitenland
Die vraag over cijfers binnenland versus buitenland bleef knagen dus maar even de autoriteit op toeristisch onderzoek geraadpleegd. Marieke Politiek van NBTC-NIPO antwoordt met de snelheid van het licht. Warempel, er is een lange periode geweest dat er op jaarbasis méér Nederlanders in eigen land op vakantie gingen dan naar den vreemde. Tussen 1990 en 2007 ‘won’ eigen land het van het buitenland. Het kantelpunt begon in 2008 toen het aantal vakanties van Nederlanders naar het buitenland (18.458.000) voor het eerst het aantal binnenlandse vakanties overtroef (17.499.000). En dat is tot op de dag van vandaag zo gebleven.

Ook een redelijk vast patroon in vakantiecijfers. Ieder jaar dat Nederland een zonovergoten zomer had, steeg het jaar daarop het aantal binnenlandse vakanties. In ieder geval kan NBTC-NIPO voor de 2018 Lekker weg in eigen land jaarcijfers 2 extra pax toevoegen.

Een fijne zomervakantie gewenst!